De eerste lente na het planten bloeien je tulpenbollen uitbundig. Maar daarna wordt het (zeker op zandgrond) snel minder. Nog jaren komt er in het voorjaar een bosje groene sprieten uit de grond, maar een tulp wordt het niet meer. Wat kun je doen om langer plezier te hebben van je bollen? Zet ze op de warmste plek […]

Tulpenbollen: zo geniet je er langer van!

De eerste lente na het planten bloeien je tulpenbollen uitbundig. Maar daarna wordt het (zeker op zandgrond) snel minder. Nog jaren komt er in het voorjaar een bosje groene sprieten uit de grond, maar een tulp wordt het niet meer. Wat kun je doen om langer plezier te hebben van je bollen?

  1. Zet ze op de warmste plek in je tuin. Dan lijken de omstandigheden het meest op die van z’n natuurlijke standplaats: de droge hete berghellingen in Noord Afrika en Zuid Europa.
  2. Zorg voor voldoende voeding in de grond. Een handje kalk helpt! Ook kleinmineraal Bentoniet helpt om je (zand)grond meer geschikt te maken voor bollen.
  3. Kleinere tulpjes die ‘Botanische tulpen’ worden genoemd, zijn zeker geen tulpjes die verwilderen en jaren terug blijven komen. Integendeel: door hun kleine formaat en hun laten bloei worden ze vaak in één of twee seizoenen weggeconcurreerd door de vaste planten om hen heen.
  4. Kies de juiste rassen! Lage vroege tulpen en leliebloemige rassen komen gemakkelijk een aantal jaren terug. Andere soorten die tussen de vaste planten meerdere jaren terugkomen zijn: Ad Rem, Candela, Don Quichotte, Mount Tacoma, Negrito, Parade, Balade, Blue Aimable, Orange Bouquet, Menton, Golden Apeldoorn, Shirley, White Triumphator, Cape Cod, Toronto, Maureen en Oriental Beauty (bron: International Bulb Centre in Hillegom). Op internet vind je gemakkelijk de bijbehorende plaatjes.