Zevenblad: ik vecht er niet meer tegen. Ik haal het weg of laat het staan, maar voer geen strijd meer. ‘No hard feelings’. Vaak zit het alleen in een hoekje van de tuin, dan hou ik in de gaten dat het daar blijft. En als de hele tuin er vol mee zit pas ik de […]

Zevenblad om van te houden

Zevenblad: ik vecht er niet meer tegen. Ik haal het weg of laat het staan, maar voer geen strijd meer. ‘No hard feelings’.

Vaak zit het alleen in een hoekje van de tuin, dan hou ik in de gaten dat het daar blijft. En als de hele tuin er vol mee zit pas ik de beplanting aan. Er zijn genoeg planten die de concurrentie aankunnen: Persicaria amplexicaulis, Waldsteinia, verschillende Geranium-soorten.

Zevenblad is een prachtige en sterke snijbloem en het is lekker in de soep of als spinazie. Van mij mag het ook bloeien: ik heb nog nooit een zevenblad-zaailing gevonden. Ik ken mensen (zelfs ervaren hoveniers!) die het onder hun bomen aanplanten als groene bodembedekker. Zo ver ga ik niet. Maar ik ben er door de jaren heen wel bevriend mee geraakt.

Ooit was ik bij een sjamaan die me in contact bracht met ‘het wezen van het zevenblad’. Ik zie dit wezen van een plant  als een levend bewustzijn dat alle kwaliteiten van de plant omvat.

Dat was een fantastische ontmoeting met twee boodschappen. Eén voor iedereen, en een speciaal voor mijzelf.

Zevenblad leert ons om uit het gevecht te blijven. Natuurlijk kun je ‘vechten tegen het zevenblad’, en veel mensen doen dat. Maar: wat gebeurt er met je als je in gevecht bent? Je spieren worden hard, je ogen knijp je tot spleetjes, je ademt oppervlakkig. Zo wil je toch niet in je tuin werken? Een tuin is gemaakt om je in te ontspannen en zelfs zevenblad kun je op een hele ontspannen manier weghalen.

En ja, ieder stukje wortel dat je laat zitten groeit uit tot een nieuwe plant. Dat is geen kwade opzet maar gewoon, zo zit ze in elkaar. Daar hoef je niet kwaad over te worden.

En die persoonlijke boodschap van het zevenblad voor mij? “Ga zélf eens wat meer woekeren?!” hoorde ik met mijn ‘innerlijke oren’, toen ik van binnen vroeg of het zevenblad me nog iets wilde zeggen.

Daar moet ik nog steeds erg om lachten. Hoe waar is dat! Als ik niet laat zien wat ik belangrijk vind, hoe kan ik dan de wereld veranderen?

Sindsdien kijk ik met andere ogen naar deze plant. Iedere keer helpt ze me om weer meer ruimte in te nemen.